Reisje naar Schotland
Door: Joost
19 Juli 2008 | Verenigd Koninkrijk, Aberdeen
Een reisje naar Schotland of, het grote koude afzien in het noorden dezer aardkloot.
Zaterdag, 12 juli 2008
Dag 1
Het is stil in de haven van Durgerdam, waarschijnlijk zitten alle motorbootvaarders zich thuis te verbijten vanwege de hoge dieselprijzen, de zeilers zijn ook in geen velden of wegen te bekennen.
Het is een koude en winderige julimaand, tijd voor Schiphol, tijd voor subtropische naaktstranden.
Zo niet het zeilschuitje de Contentezza, “coming events casts their shadows before”, Tezz trekt aan het bit en ligt ongeduldig in de oude havenkom.
De klok van de kapel heit drie, er stopt een auto, door Maaike weggebracht begeeft schrijver dezes en schipper van Tezz zich naar zijn bootje.
Uiteraard zich een breuk tillend aan de laatste 80 liter diesel, de laatste blikken eten, het laatste teveel aan kleding, zeekaarten, een doos poetskatoen, de gekste dingen vinden die middag hun weg naar de onverzadigbare buik van Tezz.
En dan niet te vergeten, dat de we al drie volle door de spingvering gezakte Makro karren de dag ervoor hebben weggestouwd, het schip al voller dan vol is van water en diesel, reserveonderdelen, ankers, waarloze trossen hoe bedenkt een mens het.
Om vier uur komen twee bemanningsleden aan boord met hun barings, tijd om ze aan jullie voor te stellen:
Wout van Miltenburg (42)
Stoer ventje, breed in de schouders, honderd kilo spier en boven de wenkbrauwen ook alles op orde, goed zeiler, rustig karakter, werkt bij IBM heeft desondanks toch een BMW Z3 tje.
Zo zie je maar weer stille waters diepe gronden, is gelijk mijn eerste stuurman of first mate, zoals ze dat aan de overkant verwoorden.
Gerie Kooistra (60)
Kei van een wijf, hartstikke gemotiveerd, heeft de nodige cursussen gevolgd in de zee zeilerij, is kind aan huis bij de fa. Vrolijk in Scheveningen voor de aanschaf van uitrusting, GPS’en, zeekaarten, heeft versleten knieën van op de vloer van haar huis in Lisse posities uitzetten op zeekaarten, is leergierig, ook een “helder Mientje”, gebruikt de stick and the carrot om haar Tezz mannen onder de duim te houden, is niet voor een kleintje vervaart, een brengt dat vleugje vrouwelijke charme aan boord van Tezz, waar wij, simpele zeelui zo naar hunkeren.
Bezorgde dames aan de wal informeerden bij mij of dat wel zou gaan 4 kerels en een vrouw zo midden op zee, zou dat geen nautische gangbang worden?
Ik antwoordde hen, dat dat er waarschijnlijk toch niet in zal zitten: Gerie heeft de deegrol paraat en bijt je vervolgens eigentandig de ballen af, niks gang bang..
André Blaschette (44)
André is onze Prins Bernhard aan boord, van nationaliteit Luxemburger geboren in Berlijn spreekt hij Hollands met een Duitse tongval, is zeer geestig (voor een natuurkundige), heeft ook eigen bootje, kan goed zeilen, bijdehandje. Geeft les op een Hogeschool in Utrecht in Natuur- en wiskunde en heeft mij beloofd “pie” deze reis voor mij tot de laatste decimaal uit te rekenen.
Bart van der Molen (42)
Vlak voor de reis van start gaat, heeft Bart zich via de site van “Alles om te zeilen” gemeld.
We hebben een leuk gesprek door de telefoon, klinkt goed en voelt goed.
Aan het einde van het gesprek (waarin ik eigenlijk al besloten heb om hem mee te nemen), vertelt Bart dat hij een beenprothese heeft.
Eerlijk is eerlijk, dat is even slikken voor mij, ik heb daarin totaal geen ervaring (uiteraard niet met het eenbenige), maar hoe iemand zoals hij functioneert aan boord. Ik wil hem ook niet op deze zeereis in de problemen laten komen.
Per slot vraagt Tezz van iedereen optimale inzet, ik bespreek het met Wout en Gerie, beiden zijn ervoor Bart mee te nemen. Ik ook, dus Bart mee op de woeste baren.
Bart is IT er bij Cap Gemini en is daar een van de Wizz Kids. Hij zeilt ook (is er aan verslaafd).
John Ruiter (50)
John gaat zich bij ons voegen op de terugreis van Edinburg naar Patria.
Ik ken hem van een zeilvereniging, we maakten al vele stormen en andere gelukkige momenten mee op de Oostzee en vonden samen bijna ons Waterloo met een Friese stronttjalk in het Kattegat boven Jutland.
Onkruid vergaat niet, John werkt nog steeds als maatschappelijk werker en stelt zich tot doel het betere in de mens naar boven te peuren. Aan boord van Tezz zal hij daar (naar zal blijken) een dagtaak aan hebben.
Ik ben blij met John, hij is een ervaren zeiler met humor en relativerings vermogen, maakte al eens een Engelandreisje en is voor de duvel niet bang.
Joost Poelen (61)
Schipper van Tezz, kocht haar 4 jaar geleden als een onttakelde oude deerne en heeft weer voor de nodige siliconen en make up gezorgd.
Op deze zaterdag in juli ligt Tezz erbij als een frisse jonge meid, klaar om je tanden in te zetten.
De reis naar st. Petersburg Rusland in 2007, heeft haar reislust tot ongekende hoogten aangewakkerd, een nieuwe horizon, een nieuwe uitdaging.
De bemanning van deze reis heeft zeker iets gemeenschappelijks, ze hebben allen waarschijnlijk een halve verdwaalde Viking gen, anders zoek je zo’n reis niet op.
Waarom Schotland in 2008???
Schotland, land van eenzame heuvels, mist en schapen, zeevogels, herfstige turfvuren waarbij de Clans hun woeste oorlogsdansen uitvoeren, land van de melancholieke doedelzak, de kilt en de haggis en whiskey, van ruïnes, Kelten en oeroude kloosters.
Land ook, sinds het begin der tijden zo bloeddorstig bewoond door Picten en Scoten dat de Romeinen er met zweet in de bilnaad teruggejaagd werden en ijlings hun “Hadrian Wall” moesten bouwen.
Land tot slot, waar de grootse Spaanse Armada op de klippen liep en over de kling gejaagd werd, land van hartstocht, woeste zeeën, van wilde stromen en ruige kliffen, van dolfijnen en ontelbare zeevogels, waar de reuzenhaai nog reuzenhaai is en geen beneden het maaiveld zwemmende Hollandse makreel,
land van intensiteit, land van Ooit.
Naar dat land wil ik; niet achterovergeleund in de kussens van Easy Jet of met een truttenschudder via de Chunnel, omhoog.
Nee, zo’n reis wil ik maken op de enige manier waarop hij te maken is, met een klein bootje op de lege, gevaarlijk mooi betoverende zee.
Een zee zo liefelijk als een Mesdag hem kan schilderen of zo woest als een Jack London haar beschrijft.
De zee, die mij altijd trekt, een fatale vrouw in mijn leven die naar mij lonkt en die mij in haar netten verstrikt. Ik vrees haar en aanbid haar, zij neemt het uiterste van mij en is grillig met haar gunsten.
Daarover zij geschreven.
Zaterdag 12 juli (vervolg)
Tegen het einde van de middag komt Gerie tot de ontdekking, dat ze haar paspoort mist.
Paniek in de tent, zoon Tjeerd kan terug komen zodat Gerie thuis naar de naald in de hooiberg kan gaan zoeken, ik ga met haar mee om te helpen.
Het gevolg: twee zoons een zeilmaat “and the lady of the house”zoeken zich enige uren te pletter
Resultaat nihil, geen paspoort.
Dan maar haar verlopen pas mee, we kletsen er ons wel uit aan de overkant. Voor de weinig spraakzame en introverte schipper dezes een uitdaging! Naar de Marechausee op Schiphol voor een noodpaspoort is ook geen optie, daar kan ze pas zondagavond terecht.
Onder al dit zoekgeweld blijft Wout in Durgerdam aan boord voor de haven wacht.
Zondag 13 juli
Dag 2
Met de snelle BMW van Gerie ( Roadstar Cabrio 1932) worden wij, omgeven door een lucht van schroeiende autobanden door zoon Tjeerd om 11 uur weer op de Durgerdammerdijk afgeleverd.
Nog een laatste check met Wout en Gerie.
Het Japanse hart van Tezz, 4 cylinders slaat aan, nog even snel naar de havenmeester van Het Y. Dag Jos, dag Marjan we gaan op pad.
Landvasten gaan los, de stootwillen aan de theetuin geknoopt, op naar de Oranje sluizen.
Het Noordzee kanaal toont ons met zijn fraaie oevers het resultaat van een eeuw ambtelijk en ruimtelijk geklungel en we zijn blij als we vier uur later de zeesluizen bij IJmuiden kunnen passeren.
Bakboord uit, de Marina in, waar we door een “zorgzame”havenmeester naar een slechte plek aan lagerwal worden gedirigeerd. Omgeven door uiterst fraaie en dure zeerace monsters drinken we onze laatste borrels.
Tijdens onze vaart op zee is de “Blauwe Knoop”, het enige schiemanswerk dat we kennen.
Veel douchen en nog een laatste avondwandeling naar het strand en de lege zee waar behoorlijke golven staan, de noordwester ( 5 Bft.)laat de lamstaarten sidderen en blaast de stront van de dijk.
De laatste krulspelden gaan erin, de lege flessen eruit, zullen we morgen kunnen uitvaren of niet, that’s the question”?
Ter kooi, Tezz schurkt zich aan lagerwal onbehagelijk tegen haar kunstborsten.
Maandag 14 juli
Dag 3
Banden van vouwfietsen worden geplakt, de bijboot dubbel zeevast gesjord, gisteren hebben we nog een eindeloze lijst gemaakt van dingen die nog moeten gebeuren, de wonder GPS van Gerie wordt aangesloten, nog de laatste dieseldruppels in tanks van Tezz geperst etc. etc.
Van diverse betrouwbare journaals van deze overtocht weet ik, dat op de Noordzee geen dieselpompen zijn en velen moeten hun tocht bekorten en de Engelse wal opzoeken om bij te tanken.
Zo niet Tezz, wij willen in een ruk naar Inverness, het noorden van Schotland en het begin van het Caledonisch kanaal.
Daarvoor is extra sap nodig dat we dan ook inslaan. Van Harris (maatje st. Petersburg) heb ik nog twee grote dieseltanks op dek staan, weer goed voor 64 liter kostelijk vocht.
Als de klussen gedaan zijn komt om 16.00 uur Bart aan boord met in zijn kielzog een onwaarschijnlijke hoeveelheid drank. Ik heb hem geattendeerd op een winkel in Kleef waar hij (als Nijmegennaar) volop heeft ingeslagen, ook dat vind nog zijn weg in de spelonken van Tezz.
Om 19.00 uur komt als laatste André aan boord, net terug uit Zweden waar hij met zijn vriendin de balts van de Zuid Zweedse Veenwipper bestudeerd heeft. Dat moet mooi geweest zijn, want hij houdt zich vanavond vrij rustig.
Na een praatje met de bemanning deel ik de “scheepsuniformen” uit.
In Harderwijk, waar Tezz haar winterslaap doet, heb ik uit de afvalcontainer 6 marine blauwe polofleece gejut, nog prima te gebruiken in de maten large, xl en xxl. De enkele verfstreep erop mag de pret niet drukken, in grote letters achterop H.M.S. (Holland Marine Service) op de voorkant “Clever Yachts”. Nou dat gaat er bij de bemanning van Tezz in als koek, wel leuk voor de High Tea bij de gouverneur van Schotland straks.
Gerie heeft de hele zooi gewassen en gestreken, we kunnen in uniform waardig acte de présence geven in Invernes.
Er is met dezelfde kleur ook een fleece bij met “Holland Culinair“ , uiteraard is die voor Gerie.
Weerberichten komen, weerberichten gaan, we worden er niet vrolijk van; veel Noordwest, veel West en veel te veel Beauforts.
Eigenlijk gaat het mij dun door de bilnaad, (in vertrouwen). Een dergelijke overtocht heb ik nog nooit gemaakt, mijn bemanning heeft niet veel zee ervaring.
Ik heb nog geen death wish. We zitten tenminste 6 á 7 dagen op volle (en eenzame) zee, het weer is instabiel en ik ben Henk van de Velde of Eerde Beulakker niet.
Wat drijft een mens?
We bespreken de situatie, komen er toch niet uit, een laatste borrel, ter kooi.
Zal de wind draaien als de hanen kraaien?
Dinsdag 15 juli
Dag 4
4 Beaufort, kans op 5 op zee vaak nog een Beaufortje erbij. Zuidwest. Het giert door het want van nabijgelegen schepen.
Op zich goede wind, we moeten Noordwest, hoe doet Tezz het aan de wind op de long run met aandewindse koersen. Er wordt voor de dag erna Noordwest 4 á 5 voorspeld!
Voor het eerst het “Grote Mensen Sportfondsenbad” in, zonder hengel en zonder badmeester.
Twee reven in het grootzeil, volle fok, we gaan buiten kijken.
We passeren binnen de pieren een Halberg Rassy, groeten en vragen waarheen, Halberg antwoordt, “naar Scheveningen, waarheen jullie? Schotland …. stilte………, dan goede reis.
Buiten de pieren begint de zee, grijs, groot en oneindig.
Tezz tilt haar rokken op, en laat Patria nog snel haar mooie kont zien.
De eerste paar mijlen, André begint maar gelijk vrolijk te kotsen en Wout ziet ook niet bruin om de neus. Bart is wat stilletjes, maar trekt het (nog) wel.
Gerie heeft nergens last van en ook ik ben door de Heere gezegend met een sterke maag.
Een ladekast vliegt door de behoorlijke zeegang eruit en de blikken doppers knallen om de oren, daar springen Gerie en Wout op af en even later is alles weer zeevast.
Als we goed en wel op zee zijn neemt Wout het van mij over, ik duik mijn kooi in, bekaf van al het werk van de afgelopen dagen, als ik enige uren later wakker wordt, ben ik aan dek als de shippinglanes gepasseerd worden, oppassen met die snelle en grote rakkers, je kunt benedendeks wel navigatorische hoogstandjes uithalen terwijl je onder die jongens verfrommeld wordt.
We lopen 5 á 6 knoop, kluiver erbij Tezz is in balans, de nieuwe hydraulische stuurautomaat werkt nu naar behoren (hadden we moeten hebben bij onze 4500 zeemijl tocht naar Rusland!).
Mochten Harris of Job ooit deze regels nog eens lezen dan liggen er de volgende dag twee aan mij geadresseerde kogelbrieven op de mat.
We passeren de eerste shippinglane en uiteraard net onder de avondschaft worden we door
Hr. Ms. Luymes op kanaal 16 opgeroepen.
In mijn beste nautisch Engels reageer ik, voor de dienstdoende adelborst verwezen naar kanaal 06. Gezien mijn matige kennis van deze tovertaal besluit de adelborst voornoemd, met mij in het Hollands verder te converseren.
Of wij (die Hollandse tweemaster) toch wel met enige aandrang twee kabellengtes naar stuurboord willen uitwijken, ze zijn met seismisch onderzoek bezig en zouden wel eens last van ons kunnen hebben.
Ik vertel de Luymes na zorgvuldig het aantal masten van Tezz nageteld te hebben, dat wij slechts een eenmaster zijn, maar gezagsgetrouw als we zijn, wijken we braafjes twee streken naar stuurboord, welgemoed wordt het half warme bord Boeuf Bourgignon weer ter hand genomen.
Even later begint de Luymes weer te jengelen waarom we niks doen!!!
Zijn positie is volgens opgave een mijl aan bakboord; wij zien in geen velden of wegen een kanon, laat staan een oorlogsbodem.
Na wat heen en weer gesteggel, snapt de Luymes (dombo), dat wij een ander zeilschip zijn, (is de radar tegenwoordig wegbezuinigd bij de marine?). Vervolgens laat ze op een ander zeilschip (de tweemaster) het eten koud worden!
Op mijn opmerking dat het allemaal niet geeft en dat we de Marine toch in ons hart hebben wordt niet gereageerd (geen humor die jongens).
Koken op zee op een slingerend schip is geen sinecure, Gerie trekt blikken open, van mijn vele fouten op vorige reizen heb ik wat geleerd, gebruik overmaatse pannen en keep it simpel.
Pak aardappelpuree door een blik spinazie doet wonderen.
Even allemaal koffie in de kuip, evalueren de nacht is nabij.
André en ik de eerste wacht, Wout Bart en Gerie de hondenwacht.
s’Nachts neemt de wind iets af 4 Bft. om stroom voor de stuurautomaat te besparen branden we de olielamp boven de tafel in de roef en een olielamp op het aanrecht van de kombuis.
Het geheel doet denken aan lang vervlogen tijden in de zeilvaart.
Bij het wisselen van de wacht geven Wout en ik elkaar nog wat bijzonderheden door, daarbij uiteraard inbreng van Gerie Bart en André.
4 uur slapen heerlijk maar kort, de eerste zeedag zit erop.
Goede voortgang, zo’n 120 mijl op koers naar Peterhead.
Woensdag 15 juli
Dag 4
Eenmaal in oliegoed gestoken en de life line om, komen we aan dek in een waar pandemonium, de wind is inderdaad naar Noordwest geruimd aangewakkerd tot 5 á 6 Bft. met uitschieters naar 7.
Tezz beklimt onwaarschijnlijke waterbergen van zo’n 7 meter hoog met gemene rollers ertussen. Telkens en telkens en telkens klimt Tezz omhoog en glijdt weer een waterdal in om weer opnieuw te lanceren.
Goed dat we alles uiterst precies hebben belegd, goed dat het anker in het kluisgat gesjord is, hulde voor Wout die mijn lijst met uiterste precisie nagelopen heeft.
En daar pluk je nu de vruchten van, het voordek is glad en zeer gevaarlijk, geen oord om te bivakkeren om een sjorring aan te trekken.
Het waait zo hard, dat een door Wout rechtgezette luchthapper even later door de wind weggeslagen is, vervelend want nu kunnen we water binnen krijgen.
Je lifeline is op deze dag je leven, je navelstreng met moeder Tezz.
Inpikken geblazen!
Op zo’n moment kom ik tot de overtuiging dat God protestant moet zijn, een ketterse collega en voorganger van mij schreef in zijn boek “Met de Purdy rond Engeland”, over een heerlijk reisje in mei, op weg naar een zonnig Schotland, waarom ranselt God mij als armzalige Paap dan zo af?
Het raast en giert en alle duivels van de hel zijn los, een grauw en grijs inferno.
Een valse zon schijnt af en toe tussen eindeloze plukken haveloze wolken.
En je wilde naar Schotland toch?.
Na de Shippinglanes is de zee voor ons, leeg, woest en groots.
Van Josée (van beroep schat, maar met nagels zoals elke diva betaamt vriendin voor eternity), ook een maatje van st. Petersburg, en zangeres in ons zigeunerorkestje kreeg ik kort voor vertrek nog een mooie kaart uit Bergen.
Daarop de tekst:
“Hoe weet je de weg op zee kapitein,
Hoe weet je waar je moet zijn.
Daar is nergens een huis,
daar is nergens een straat
daar is nergens een bord waar de naam op staat
van de stad waar je morgen moet zijn.
Hoe weet je de weg kapitein”?
Beetje warme ogen toch??
De cijfers op de GPS en de zeekaart vertellen je genoeg daarover, maar het is voor mij als simpele ziel nog altijd moeilijk te geloven dat wat die knipperende en zoemende dingen je vertellen ook bewaarheid wordt.
Op volle zee ben je gewoon totaal je oriëntatie kwijt, of je nu links om of rechtsom gaat, het zal de zee worst wezen, voeg daarbij nog een scheut ontzag (noem het angst) en je hebt de ideale mix voor de minimale zeeman die ik ben.
Ik ken ze wel van zeilverenigingen en watersportbladen, in trendy plastic kleuren, mannen aan de bar, zware shag stemmen, beetje breed lopend, grote gebaren, de wereld 500 keer rond gezeild, nog nóóit bang geweest.
Nog een biertje?
Nou ik doe het in mijn broek als de storm op zee losbarst en ik als klein ventje het tegen haar op moet nemen.
Ik loop maar door als ik die jongens tegen kom, of aan de bar zie hangen.
Wat drijft een mens?
Tegen de avond waait het nog als een dolle, mijn wacht neemt nu de hondenwacht, Wout daarvoor de eerste wacht.
Het is eenzaam op de woeste zee,……. een klein lichtje, ………wij………..
Donderdag 16 juli
Dag 4
Ik besluit om niet teveel Noord te gaan varen en niet teveel van onze track op de GPS naar Peaterhead af te wijken.
Zouden wij zo doorvaren dan zou, als de wind zuidwest wordt hetzelfde gelazer opnieuw beginnen en we aan de wind weer terug moeten koersen naar Inverness.
Daarom bij het lumieren van de dag overstag, terug naar de Engelse wal, terug richting Wash.
Goed plan.
De wind is afgenomen het waait nog flink, maar de smerigheid is er vanaf.
Dat blijkt in de avond een goede beslissing de wind wordt inderdaad wat de BBC op de lange golf voorspelde, zuidelijk van west en 3 á 4 Bft.
Met een heerlijke deining haalt Tezz 6 á 7 knopen en we maken goede vorderingen op de kaart., eindeloze rijen boortorens worden gepasseerd. Vele leeg en automatisch bestuurd
zwarte reuzen in de donkeren nacht.
Dan de ochtend, een heerlijke wind, lekker zeilen, bemanning kotsvrij en de eerste grappen vinden hun weg.
De wind is goed, zuidelijk van west, het tweede rif verdwijnt. Tezz snijdt vrolijk door de golven van de noordelijke Noordzee en gooit het schuim van haar flanken. Af en toe schijnt de zon en maakt van dit alles een prachtige waterwereld, een wereld nog niet verpest door een mensenhand en nog even maagdelijk als de dag waarop God dit wonder schiep.
Gerie wil weer van alles weten, (en ze weet al veel) Wout lacht onder zijn groeiende baard, Bart gooit van jolijt zijn ene poot eraf, en ik heb mij geschoren, de stemming zit erin.
We krijgen (hoe rol bevestigend) van Gerie lekkere soep en andere heerlijkheden uit de kombuis toegeworpen, de zee is een plaatje zeker tegen de avond als een volle maan ons uit een oliegladde zee weerkaatst.
Op dit moment zit ik dan deze regels te typen, de motor draait 1500 toeren, iedereen slaapt, geen schip te bekennen. De automaat zingt zijn liedje …….piep pieeeep, piep pieeeep.
Een onwerkelijke wereld, gebaseerd op 90 meter diep koud en donker Noordzeewater.
Mijn engelbewaarder stuurt mij naar eerder dan gepland naar buiten en verdomt, op een mijl afstand passeert een zeeboot.
“Ships passing in the night”, erbij blijven Poelen, geen gerommel hier in deze eenzaamheid.
Wat drijft een mens?
0.300 uur. Te kooi, dromenland.
Vrijdag 16 juli
Dag 5
André en ik nemen de wacht over om 07.00. beetje moe, dat wel..
Nog zo,n 250 mijl te gaan naar Inverness.
De zee is rustig en we luistern naar de weerberichten. Zoals iedereen weet is de zee van Brittania, hoewel haar waves door steeds minder schepen onder haar vlag geruled worden!
Da’s even slikken voor “Good old England”, maar een vrolijke stem van de BBC op de lange golf vertelt ons, dat in de zeegebieden Tyne en Forth (waar wij varen), zuid oost, 4 á 5 Bft. verwacht wordt.
Dezelfde zoetgevooisde juffrouw kan met een honing gesmeerde stem de meest verschrikkelijke gales voorspellen, maar daar is ze kennelijk voor opgeleid.
Gerie heeft deze nacht een “boerenwacht”gedraaid, d.w.z. dat ze geen wacht had.
Het blijkt een uitstekende investering, om 09.00 uur worden André en ik vergast op een omelet waar Neptunes zijn verweerde kop van boven de deining steekt.
De zee is nog steeds glad als de Vinkeveense plassen bij windstilte, een raar fenomeen.
Een verdwaalde zeehond steekt zijn kop even uit het schuim. Duikt mismoedig weer onder, “strange flag isn’t “?.
Langzaam verschijnen de eerste rimpels op het water, de BBC juf komt eraan.
Ik ga van haar dromen in mijn middag “nap”.
S’Avonds bij het wisselen van de wacht is het nog rustig, Wout stelt voor toch maar het tweede rif erin te draaien, goed plan hoewel het nog rustig is, weet je het nooit in deze contreien. Een air mile voor Wout.
André en ik draaien de hondewacht, aan boord komt het leven op essentialia aan, eten, slapen poepen, that’s it. Het happy hour is ongeveer om 18.00 uur. Even allemaal bij elkaar, even bijpraten. Dan doet iedereen weer de dingen van de dag/ nacht.
De eerste dolfijnen voor de boeg natuurlijk, sierlijke wezens die als nautische aliens voor het schip opduiken. Wat willen ze ons vertellen wij tweebenige strompelaars, proesjt en weg zijn ze weer, Gerie filmt als een gek en Bart gaat van enthousiasme bijna overboord.
André wil ze aaien, maar heeft geen 6 meter arm.
En ik? Ik lig in mijn kooi te slapen en mis al dit moois, misschien morgen.
Een heerlijke stoofpot uit Lisse, boontjes met kip kerrie, hoe krijgt de kleine meid het voor elkaar in haar slingerende kombuis, even later zit de hele crew voldaan te knagen op al dit heerlijks.
Vruchten compôte toe, daarna koffie met een imaginaire armagnag.
Koersen besproken en uitgebreid gesproken over het ene schip wat we gezien hebben.
Leeg en eenzaam, de zee zou ideaal zijn voor kluizenaars, gat in de markt?
250 mijl2 lege zee voor jou alleen, is dat wat?
De nacht valt. Het uur van de wolf, tijd voor kleine lampjes, tijd om te staren.
Het is volle maan, natuurlijk schot voor open doel natuurlijk voor een melancholicus/ romanticus als de schrijver dezes. Onwaarschijnlijk mooie wolkenpartijen en een zilveren zee waar de maar breed in lacht.
Niet te vergelijken met de vaste wal, waar het volgende blok van Dam eenheden of de onder “architectuur” gebouwde toren flat je tegemoet grijnst.
Je droomt weg, de stuurautomaat piept, er slaat een zeil op het voordek, je haalt koffie voor je wachtsmaat, jammer dat het alweer voorbij is, God deed zijn deurtje op een kier.
Zaterdag 19 juli
Dag 6
Maar er bestaat ook een hel, diverse Coastal Gale Warnings voor Tyne en Forth, de zeegebieden, ze worden ons weer met de opgewekte stiff lip van Lucifer door diverse zenders meegedeeld.
Begrijpen we niets van, rustig nachtje toch?
Maar komaan de motor bij en die vijf en een halve mijl gemaakt. We speren richting Peterhead. Dan neem de wind uit het westen toe en de motor gaat weer uit, mooi een beetje stroom gedraaid voor de stuurautomaat die constant bijstaat.
Tegen de ochtend weer een stroom gale warnings voor de gebieden waar wij zitten, iedereen trekt een beetje wit weg om de neus, volle kracht vooruit.
In de verte zien we de eerste Schotse heuvels, ik heb nog een vaag plan om door te varen naar Peterhead, maar wordt door getrokken messen van de bemanning tot de realiteit terug geroepen.
En dat is maar goed ook, met een gehuil valt de storm in. Rap de zeilen weggedraaid, motor volle kracht. Eindeloos opboksen tegen de golven met de veilige haven van Aberdeen vlakbij.
We roepen harbour office op en krijgen toestemming binnen te lopen.
Met twee mijl per uur de laatste vier mijl afgelegd, Tezz kruipt op haar tandvlees na 5 dagen Noordzee de drempel over. We meren af naast een Pools en Engels zeilschip.
De havenmeester biedt ons zijn douche aan, smerig hok maar voor ons mooier dan de Thermen Busloo.
Na de douche ga ik mij scheren, holle wangetjes, beetje starende ogen.
Aan boord knalt de kurk van een portfles, proost, we hebben het dan toch maar gedaan.
Zaterdag, 12 juli 2008
Dag 1
Het is stil in de haven van Durgerdam, waarschijnlijk zitten alle motorbootvaarders zich thuis te verbijten vanwege de hoge dieselprijzen, de zeilers zijn ook in geen velden of wegen te bekennen.
Het is een koude en winderige julimaand, tijd voor Schiphol, tijd voor subtropische naaktstranden.
Zo niet het zeilschuitje de Contentezza, “coming events casts their shadows before”, Tezz trekt aan het bit en ligt ongeduldig in de oude havenkom.
De klok van de kapel heit drie, er stopt een auto, door Maaike weggebracht begeeft schrijver dezes en schipper van Tezz zich naar zijn bootje.
Uiteraard zich een breuk tillend aan de laatste 80 liter diesel, de laatste blikken eten, het laatste teveel aan kleding, zeekaarten, een doos poetskatoen, de gekste dingen vinden die middag hun weg naar de onverzadigbare buik van Tezz.
En dan niet te vergeten, dat de we al drie volle door de spingvering gezakte Makro karren de dag ervoor hebben weggestouwd, het schip al voller dan vol is van water en diesel, reserveonderdelen, ankers, waarloze trossen hoe bedenkt een mens het.
Om vier uur komen twee bemanningsleden aan boord met hun barings, tijd om ze aan jullie voor te stellen:
Wout van Miltenburg (42)
Stoer ventje, breed in de schouders, honderd kilo spier en boven de wenkbrauwen ook alles op orde, goed zeiler, rustig karakter, werkt bij IBM heeft desondanks toch een BMW Z3 tje.
Zo zie je maar weer stille waters diepe gronden, is gelijk mijn eerste stuurman of first mate, zoals ze dat aan de overkant verwoorden.
Gerie Kooistra (60)
Kei van een wijf, hartstikke gemotiveerd, heeft de nodige cursussen gevolgd in de zee zeilerij, is kind aan huis bij de fa. Vrolijk in Scheveningen voor de aanschaf van uitrusting, GPS’en, zeekaarten, heeft versleten knieën van op de vloer van haar huis in Lisse posities uitzetten op zeekaarten, is leergierig, ook een “helder Mientje”, gebruikt de stick and the carrot om haar Tezz mannen onder de duim te houden, is niet voor een kleintje vervaart, een brengt dat vleugje vrouwelijke charme aan boord van Tezz, waar wij, simpele zeelui zo naar hunkeren.
Bezorgde dames aan de wal informeerden bij mij of dat wel zou gaan 4 kerels en een vrouw zo midden op zee, zou dat geen nautische gangbang worden?
Ik antwoordde hen, dat dat er waarschijnlijk toch niet in zal zitten: Gerie heeft de deegrol paraat en bijt je vervolgens eigentandig de ballen af, niks gang bang..
André Blaschette (44)
André is onze Prins Bernhard aan boord, van nationaliteit Luxemburger geboren in Berlijn spreekt hij Hollands met een Duitse tongval, is zeer geestig (voor een natuurkundige), heeft ook eigen bootje, kan goed zeilen, bijdehandje. Geeft les op een Hogeschool in Utrecht in Natuur- en wiskunde en heeft mij beloofd “pie” deze reis voor mij tot de laatste decimaal uit te rekenen.
Bart van der Molen (42)
Vlak voor de reis van start gaat, heeft Bart zich via de site van “Alles om te zeilen” gemeld.
We hebben een leuk gesprek door de telefoon, klinkt goed en voelt goed.
Aan het einde van het gesprek (waarin ik eigenlijk al besloten heb om hem mee te nemen), vertelt Bart dat hij een beenprothese heeft.
Eerlijk is eerlijk, dat is even slikken voor mij, ik heb daarin totaal geen ervaring (uiteraard niet met het eenbenige), maar hoe iemand zoals hij functioneert aan boord. Ik wil hem ook niet op deze zeereis in de problemen laten komen.
Per slot vraagt Tezz van iedereen optimale inzet, ik bespreek het met Wout en Gerie, beiden zijn ervoor Bart mee te nemen. Ik ook, dus Bart mee op de woeste baren.
Bart is IT er bij Cap Gemini en is daar een van de Wizz Kids. Hij zeilt ook (is er aan verslaafd).
John Ruiter (50)
John gaat zich bij ons voegen op de terugreis van Edinburg naar Patria.
Ik ken hem van een zeilvereniging, we maakten al vele stormen en andere gelukkige momenten mee op de Oostzee en vonden samen bijna ons Waterloo met een Friese stronttjalk in het Kattegat boven Jutland.
Onkruid vergaat niet, John werkt nog steeds als maatschappelijk werker en stelt zich tot doel het betere in de mens naar boven te peuren. Aan boord van Tezz zal hij daar (naar zal blijken) een dagtaak aan hebben.
Ik ben blij met John, hij is een ervaren zeiler met humor en relativerings vermogen, maakte al eens een Engelandreisje en is voor de duvel niet bang.
Joost Poelen (61)
Schipper van Tezz, kocht haar 4 jaar geleden als een onttakelde oude deerne en heeft weer voor de nodige siliconen en make up gezorgd.
Op deze zaterdag in juli ligt Tezz erbij als een frisse jonge meid, klaar om je tanden in te zetten.
De reis naar st. Petersburg Rusland in 2007, heeft haar reislust tot ongekende hoogten aangewakkerd, een nieuwe horizon, een nieuwe uitdaging.
De bemanning van deze reis heeft zeker iets gemeenschappelijks, ze hebben allen waarschijnlijk een halve verdwaalde Viking gen, anders zoek je zo’n reis niet op.
Waarom Schotland in 2008???
Schotland, land van eenzame heuvels, mist en schapen, zeevogels, herfstige turfvuren waarbij de Clans hun woeste oorlogsdansen uitvoeren, land van de melancholieke doedelzak, de kilt en de haggis en whiskey, van ruïnes, Kelten en oeroude kloosters.
Land ook, sinds het begin der tijden zo bloeddorstig bewoond door Picten en Scoten dat de Romeinen er met zweet in de bilnaad teruggejaagd werden en ijlings hun “Hadrian Wall” moesten bouwen.
Land tot slot, waar de grootse Spaanse Armada op de klippen liep en over de kling gejaagd werd, land van hartstocht, woeste zeeën, van wilde stromen en ruige kliffen, van dolfijnen en ontelbare zeevogels, waar de reuzenhaai nog reuzenhaai is en geen beneden het maaiveld zwemmende Hollandse makreel,
land van intensiteit, land van Ooit.
Naar dat land wil ik; niet achterovergeleund in de kussens van Easy Jet of met een truttenschudder via de Chunnel, omhoog.
Nee, zo’n reis wil ik maken op de enige manier waarop hij te maken is, met een klein bootje op de lege, gevaarlijk mooi betoverende zee.
Een zee zo liefelijk als een Mesdag hem kan schilderen of zo woest als een Jack London haar beschrijft.
De zee, die mij altijd trekt, een fatale vrouw in mijn leven die naar mij lonkt en die mij in haar netten verstrikt. Ik vrees haar en aanbid haar, zij neemt het uiterste van mij en is grillig met haar gunsten.
Daarover zij geschreven.
Zaterdag 12 juli (vervolg)
Tegen het einde van de middag komt Gerie tot de ontdekking, dat ze haar paspoort mist.
Paniek in de tent, zoon Tjeerd kan terug komen zodat Gerie thuis naar de naald in de hooiberg kan gaan zoeken, ik ga met haar mee om te helpen.
Het gevolg: twee zoons een zeilmaat “and the lady of the house”zoeken zich enige uren te pletter
Resultaat nihil, geen paspoort.
Dan maar haar verlopen pas mee, we kletsen er ons wel uit aan de overkant. Voor de weinig spraakzame en introverte schipper dezes een uitdaging! Naar de Marechausee op Schiphol voor een noodpaspoort is ook geen optie, daar kan ze pas zondagavond terecht.
Onder al dit zoekgeweld blijft Wout in Durgerdam aan boord voor de haven wacht.
Zondag 13 juli
Dag 2
Met de snelle BMW van Gerie ( Roadstar Cabrio 1932) worden wij, omgeven door een lucht van schroeiende autobanden door zoon Tjeerd om 11 uur weer op de Durgerdammerdijk afgeleverd.
Nog een laatste check met Wout en Gerie.
Het Japanse hart van Tezz, 4 cylinders slaat aan, nog even snel naar de havenmeester van Het Y. Dag Jos, dag Marjan we gaan op pad.
Landvasten gaan los, de stootwillen aan de theetuin geknoopt, op naar de Oranje sluizen.
Het Noordzee kanaal toont ons met zijn fraaie oevers het resultaat van een eeuw ambtelijk en ruimtelijk geklungel en we zijn blij als we vier uur later de zeesluizen bij IJmuiden kunnen passeren.
Bakboord uit, de Marina in, waar we door een “zorgzame”havenmeester naar een slechte plek aan lagerwal worden gedirigeerd. Omgeven door uiterst fraaie en dure zeerace monsters drinken we onze laatste borrels.
Tijdens onze vaart op zee is de “Blauwe Knoop”, het enige schiemanswerk dat we kennen.
Veel douchen en nog een laatste avondwandeling naar het strand en de lege zee waar behoorlijke golven staan, de noordwester ( 5 Bft.)laat de lamstaarten sidderen en blaast de stront van de dijk.
De laatste krulspelden gaan erin, de lege flessen eruit, zullen we morgen kunnen uitvaren of niet, that’s the question”?
Ter kooi, Tezz schurkt zich aan lagerwal onbehagelijk tegen haar kunstborsten.
Maandag 14 juli
Dag 3
Banden van vouwfietsen worden geplakt, de bijboot dubbel zeevast gesjord, gisteren hebben we nog een eindeloze lijst gemaakt van dingen die nog moeten gebeuren, de wonder GPS van Gerie wordt aangesloten, nog de laatste dieseldruppels in tanks van Tezz geperst etc. etc.
Van diverse betrouwbare journaals van deze overtocht weet ik, dat op de Noordzee geen dieselpompen zijn en velen moeten hun tocht bekorten en de Engelse wal opzoeken om bij te tanken.
Zo niet Tezz, wij willen in een ruk naar Inverness, het noorden van Schotland en het begin van het Caledonisch kanaal.
Daarvoor is extra sap nodig dat we dan ook inslaan. Van Harris (maatje st. Petersburg) heb ik nog twee grote dieseltanks op dek staan, weer goed voor 64 liter kostelijk vocht.
Als de klussen gedaan zijn komt om 16.00 uur Bart aan boord met in zijn kielzog een onwaarschijnlijke hoeveelheid drank. Ik heb hem geattendeerd op een winkel in Kleef waar hij (als Nijmegennaar) volop heeft ingeslagen, ook dat vind nog zijn weg in de spelonken van Tezz.
Om 19.00 uur komt als laatste André aan boord, net terug uit Zweden waar hij met zijn vriendin de balts van de Zuid Zweedse Veenwipper bestudeerd heeft. Dat moet mooi geweest zijn, want hij houdt zich vanavond vrij rustig.
Na een praatje met de bemanning deel ik de “scheepsuniformen” uit.
In Harderwijk, waar Tezz haar winterslaap doet, heb ik uit de afvalcontainer 6 marine blauwe polofleece gejut, nog prima te gebruiken in de maten large, xl en xxl. De enkele verfstreep erop mag de pret niet drukken, in grote letters achterop H.M.S. (Holland Marine Service) op de voorkant “Clever Yachts”. Nou dat gaat er bij de bemanning van Tezz in als koek, wel leuk voor de High Tea bij de gouverneur van Schotland straks.
Gerie heeft de hele zooi gewassen en gestreken, we kunnen in uniform waardig acte de présence geven in Invernes.
Er is met dezelfde kleur ook een fleece bij met “Holland Culinair“ , uiteraard is die voor Gerie.
Weerberichten komen, weerberichten gaan, we worden er niet vrolijk van; veel Noordwest, veel West en veel te veel Beauforts.
Eigenlijk gaat het mij dun door de bilnaad, (in vertrouwen). Een dergelijke overtocht heb ik nog nooit gemaakt, mijn bemanning heeft niet veel zee ervaring.
Ik heb nog geen death wish. We zitten tenminste 6 á 7 dagen op volle (en eenzame) zee, het weer is instabiel en ik ben Henk van de Velde of Eerde Beulakker niet.
Wat drijft een mens?
We bespreken de situatie, komen er toch niet uit, een laatste borrel, ter kooi.
Zal de wind draaien als de hanen kraaien?
Dinsdag 15 juli
Dag 4
4 Beaufort, kans op 5 op zee vaak nog een Beaufortje erbij. Zuidwest. Het giert door het want van nabijgelegen schepen.
Op zich goede wind, we moeten Noordwest, hoe doet Tezz het aan de wind op de long run met aandewindse koersen. Er wordt voor de dag erna Noordwest 4 á 5 voorspeld!
Voor het eerst het “Grote Mensen Sportfondsenbad” in, zonder hengel en zonder badmeester.
Twee reven in het grootzeil, volle fok, we gaan buiten kijken.
We passeren binnen de pieren een Halberg Rassy, groeten en vragen waarheen, Halberg antwoordt, “naar Scheveningen, waarheen jullie? Schotland …. stilte………, dan goede reis.
Buiten de pieren begint de zee, grijs, groot en oneindig.
Tezz tilt haar rokken op, en laat Patria nog snel haar mooie kont zien.
De eerste paar mijlen, André begint maar gelijk vrolijk te kotsen en Wout ziet ook niet bruin om de neus. Bart is wat stilletjes, maar trekt het (nog) wel.
Gerie heeft nergens last van en ook ik ben door de Heere gezegend met een sterke maag.
Een ladekast vliegt door de behoorlijke zeegang eruit en de blikken doppers knallen om de oren, daar springen Gerie en Wout op af en even later is alles weer zeevast.
Als we goed en wel op zee zijn neemt Wout het van mij over, ik duik mijn kooi in, bekaf van al het werk van de afgelopen dagen, als ik enige uren later wakker wordt, ben ik aan dek als de shippinglanes gepasseerd worden, oppassen met die snelle en grote rakkers, je kunt benedendeks wel navigatorische hoogstandjes uithalen terwijl je onder die jongens verfrommeld wordt.
We lopen 5 á 6 knoop, kluiver erbij Tezz is in balans, de nieuwe hydraulische stuurautomaat werkt nu naar behoren (hadden we moeten hebben bij onze 4500 zeemijl tocht naar Rusland!).
Mochten Harris of Job ooit deze regels nog eens lezen dan liggen er de volgende dag twee aan mij geadresseerde kogelbrieven op de mat.
We passeren de eerste shippinglane en uiteraard net onder de avondschaft worden we door
Hr. Ms. Luymes op kanaal 16 opgeroepen.
In mijn beste nautisch Engels reageer ik, voor de dienstdoende adelborst verwezen naar kanaal 06. Gezien mijn matige kennis van deze tovertaal besluit de adelborst voornoemd, met mij in het Hollands verder te converseren.
Of wij (die Hollandse tweemaster) toch wel met enige aandrang twee kabellengtes naar stuurboord willen uitwijken, ze zijn met seismisch onderzoek bezig en zouden wel eens last van ons kunnen hebben.
Ik vertel de Luymes na zorgvuldig het aantal masten van Tezz nageteld te hebben, dat wij slechts een eenmaster zijn, maar gezagsgetrouw als we zijn, wijken we braafjes twee streken naar stuurboord, welgemoed wordt het half warme bord Boeuf Bourgignon weer ter hand genomen.
Even later begint de Luymes weer te jengelen waarom we niks doen!!!
Zijn positie is volgens opgave een mijl aan bakboord; wij zien in geen velden of wegen een kanon, laat staan een oorlogsbodem.
Na wat heen en weer gesteggel, snapt de Luymes (dombo), dat wij een ander zeilschip zijn, (is de radar tegenwoordig wegbezuinigd bij de marine?). Vervolgens laat ze op een ander zeilschip (de tweemaster) het eten koud worden!
Op mijn opmerking dat het allemaal niet geeft en dat we de Marine toch in ons hart hebben wordt niet gereageerd (geen humor die jongens).
Koken op zee op een slingerend schip is geen sinecure, Gerie trekt blikken open, van mijn vele fouten op vorige reizen heb ik wat geleerd, gebruik overmaatse pannen en keep it simpel.
Pak aardappelpuree door een blik spinazie doet wonderen.
Even allemaal koffie in de kuip, evalueren de nacht is nabij.
André en ik de eerste wacht, Wout Bart en Gerie de hondenwacht.
s’Nachts neemt de wind iets af 4 Bft. om stroom voor de stuurautomaat te besparen branden we de olielamp boven de tafel in de roef en een olielamp op het aanrecht van de kombuis.
Het geheel doet denken aan lang vervlogen tijden in de zeilvaart.
Bij het wisselen van de wacht geven Wout en ik elkaar nog wat bijzonderheden door, daarbij uiteraard inbreng van Gerie Bart en André.
4 uur slapen heerlijk maar kort, de eerste zeedag zit erop.
Goede voortgang, zo’n 120 mijl op koers naar Peterhead.
Woensdag 15 juli
Dag 4
Eenmaal in oliegoed gestoken en de life line om, komen we aan dek in een waar pandemonium, de wind is inderdaad naar Noordwest geruimd aangewakkerd tot 5 á 6 Bft. met uitschieters naar 7.
Tezz beklimt onwaarschijnlijke waterbergen van zo’n 7 meter hoog met gemene rollers ertussen. Telkens en telkens en telkens klimt Tezz omhoog en glijdt weer een waterdal in om weer opnieuw te lanceren.
Goed dat we alles uiterst precies hebben belegd, goed dat het anker in het kluisgat gesjord is, hulde voor Wout die mijn lijst met uiterste precisie nagelopen heeft.
En daar pluk je nu de vruchten van, het voordek is glad en zeer gevaarlijk, geen oord om te bivakkeren om een sjorring aan te trekken.
Het waait zo hard, dat een door Wout rechtgezette luchthapper even later door de wind weggeslagen is, vervelend want nu kunnen we water binnen krijgen.
Je lifeline is op deze dag je leven, je navelstreng met moeder Tezz.
Inpikken geblazen!
Op zo’n moment kom ik tot de overtuiging dat God protestant moet zijn, een ketterse collega en voorganger van mij schreef in zijn boek “Met de Purdy rond Engeland”, over een heerlijk reisje in mei, op weg naar een zonnig Schotland, waarom ranselt God mij als armzalige Paap dan zo af?
Het raast en giert en alle duivels van de hel zijn los, een grauw en grijs inferno.
Een valse zon schijnt af en toe tussen eindeloze plukken haveloze wolken.
En je wilde naar Schotland toch?.
Na de Shippinglanes is de zee voor ons, leeg, woest en groots.
Van Josée (van beroep schat, maar met nagels zoals elke diva betaamt vriendin voor eternity), ook een maatje van st. Petersburg, en zangeres in ons zigeunerorkestje kreeg ik kort voor vertrek nog een mooie kaart uit Bergen.
Daarop de tekst:
“Hoe weet je de weg op zee kapitein,
Hoe weet je waar je moet zijn.
Daar is nergens een huis,
daar is nergens een straat
daar is nergens een bord waar de naam op staat
van de stad waar je morgen moet zijn.
Hoe weet je de weg kapitein”?
Beetje warme ogen toch??
De cijfers op de GPS en de zeekaart vertellen je genoeg daarover, maar het is voor mij als simpele ziel nog altijd moeilijk te geloven dat wat die knipperende en zoemende dingen je vertellen ook bewaarheid wordt.
Op volle zee ben je gewoon totaal je oriëntatie kwijt, of je nu links om of rechtsom gaat, het zal de zee worst wezen, voeg daarbij nog een scheut ontzag (noem het angst) en je hebt de ideale mix voor de minimale zeeman die ik ben.
Ik ken ze wel van zeilverenigingen en watersportbladen, in trendy plastic kleuren, mannen aan de bar, zware shag stemmen, beetje breed lopend, grote gebaren, de wereld 500 keer rond gezeild, nog nóóit bang geweest.
Nog een biertje?
Nou ik doe het in mijn broek als de storm op zee losbarst en ik als klein ventje het tegen haar op moet nemen.
Ik loop maar door als ik die jongens tegen kom, of aan de bar zie hangen.
Wat drijft een mens?
Tegen de avond waait het nog als een dolle, mijn wacht neemt nu de hondenwacht, Wout daarvoor de eerste wacht.
Het is eenzaam op de woeste zee,……. een klein lichtje, ………wij………..
Donderdag 16 juli
Dag 4
Ik besluit om niet teveel Noord te gaan varen en niet teveel van onze track op de GPS naar Peaterhead af te wijken.
Zouden wij zo doorvaren dan zou, als de wind zuidwest wordt hetzelfde gelazer opnieuw beginnen en we aan de wind weer terug moeten koersen naar Inverness.
Daarom bij het lumieren van de dag overstag, terug naar de Engelse wal, terug richting Wash.
Goed plan.
De wind is afgenomen het waait nog flink, maar de smerigheid is er vanaf.
Dat blijkt in de avond een goede beslissing de wind wordt inderdaad wat de BBC op de lange golf voorspelde, zuidelijk van west en 3 á 4 Bft.
Met een heerlijke deining haalt Tezz 6 á 7 knopen en we maken goede vorderingen op de kaart., eindeloze rijen boortorens worden gepasseerd. Vele leeg en automatisch bestuurd
zwarte reuzen in de donkeren nacht.
Dan de ochtend, een heerlijke wind, lekker zeilen, bemanning kotsvrij en de eerste grappen vinden hun weg.
De wind is goed, zuidelijk van west, het tweede rif verdwijnt. Tezz snijdt vrolijk door de golven van de noordelijke Noordzee en gooit het schuim van haar flanken. Af en toe schijnt de zon en maakt van dit alles een prachtige waterwereld, een wereld nog niet verpest door een mensenhand en nog even maagdelijk als de dag waarop God dit wonder schiep.
Gerie wil weer van alles weten, (en ze weet al veel) Wout lacht onder zijn groeiende baard, Bart gooit van jolijt zijn ene poot eraf, en ik heb mij geschoren, de stemming zit erin.
We krijgen (hoe rol bevestigend) van Gerie lekkere soep en andere heerlijkheden uit de kombuis toegeworpen, de zee is een plaatje zeker tegen de avond als een volle maan ons uit een oliegladde zee weerkaatst.
Op dit moment zit ik dan deze regels te typen, de motor draait 1500 toeren, iedereen slaapt, geen schip te bekennen. De automaat zingt zijn liedje …….piep pieeeep, piep pieeeep.
Een onwerkelijke wereld, gebaseerd op 90 meter diep koud en donker Noordzeewater.
Mijn engelbewaarder stuurt mij naar eerder dan gepland naar buiten en verdomt, op een mijl afstand passeert een zeeboot.
“Ships passing in the night”, erbij blijven Poelen, geen gerommel hier in deze eenzaamheid.
Wat drijft een mens?
0.300 uur. Te kooi, dromenland.
Vrijdag 16 juli
Dag 5
André en ik nemen de wacht over om 07.00. beetje moe, dat wel..
Nog zo,n 250 mijl te gaan naar Inverness.
De zee is rustig en we luistern naar de weerberichten. Zoals iedereen weet is de zee van Brittania, hoewel haar waves door steeds minder schepen onder haar vlag geruled worden!
Da’s even slikken voor “Good old England”, maar een vrolijke stem van de BBC op de lange golf vertelt ons, dat in de zeegebieden Tyne en Forth (waar wij varen), zuid oost, 4 á 5 Bft. verwacht wordt.
Dezelfde zoetgevooisde juffrouw kan met een honing gesmeerde stem de meest verschrikkelijke gales voorspellen, maar daar is ze kennelijk voor opgeleid.
Gerie heeft deze nacht een “boerenwacht”gedraaid, d.w.z. dat ze geen wacht had.
Het blijkt een uitstekende investering, om 09.00 uur worden André en ik vergast op een omelet waar Neptunes zijn verweerde kop van boven de deining steekt.
De zee is nog steeds glad als de Vinkeveense plassen bij windstilte, een raar fenomeen.
Een verdwaalde zeehond steekt zijn kop even uit het schuim. Duikt mismoedig weer onder, “strange flag isn’t “?.
Langzaam verschijnen de eerste rimpels op het water, de BBC juf komt eraan.
Ik ga van haar dromen in mijn middag “nap”.
S’Avonds bij het wisselen van de wacht is het nog rustig, Wout stelt voor toch maar het tweede rif erin te draaien, goed plan hoewel het nog rustig is, weet je het nooit in deze contreien. Een air mile voor Wout.
André en ik draaien de hondewacht, aan boord komt het leven op essentialia aan, eten, slapen poepen, that’s it. Het happy hour is ongeveer om 18.00 uur. Even allemaal bij elkaar, even bijpraten. Dan doet iedereen weer de dingen van de dag/ nacht.
De eerste dolfijnen voor de boeg natuurlijk, sierlijke wezens die als nautische aliens voor het schip opduiken. Wat willen ze ons vertellen wij tweebenige strompelaars, proesjt en weg zijn ze weer, Gerie filmt als een gek en Bart gaat van enthousiasme bijna overboord.
André wil ze aaien, maar heeft geen 6 meter arm.
En ik? Ik lig in mijn kooi te slapen en mis al dit moois, misschien morgen.
Een heerlijke stoofpot uit Lisse, boontjes met kip kerrie, hoe krijgt de kleine meid het voor elkaar in haar slingerende kombuis, even later zit de hele crew voldaan te knagen op al dit heerlijks.
Vruchten compôte toe, daarna koffie met een imaginaire armagnag.
Koersen besproken en uitgebreid gesproken over het ene schip wat we gezien hebben.
Leeg en eenzaam, de zee zou ideaal zijn voor kluizenaars, gat in de markt?
250 mijl2 lege zee voor jou alleen, is dat wat?
De nacht valt. Het uur van de wolf, tijd voor kleine lampjes, tijd om te staren.
Het is volle maan, natuurlijk schot voor open doel natuurlijk voor een melancholicus/ romanticus als de schrijver dezes. Onwaarschijnlijk mooie wolkenpartijen en een zilveren zee waar de maar breed in lacht.
Niet te vergelijken met de vaste wal, waar het volgende blok van Dam eenheden of de onder “architectuur” gebouwde toren flat je tegemoet grijnst.
Je droomt weg, de stuurautomaat piept, er slaat een zeil op het voordek, je haalt koffie voor je wachtsmaat, jammer dat het alweer voorbij is, God deed zijn deurtje op een kier.
Zaterdag 19 juli
Dag 6
Maar er bestaat ook een hel, diverse Coastal Gale Warnings voor Tyne en Forth, de zeegebieden, ze worden ons weer met de opgewekte stiff lip van Lucifer door diverse zenders meegedeeld.
Begrijpen we niets van, rustig nachtje toch?
Maar komaan de motor bij en die vijf en een halve mijl gemaakt. We speren richting Peterhead. Dan neem de wind uit het westen toe en de motor gaat weer uit, mooi een beetje stroom gedraaid voor de stuurautomaat die constant bijstaat.
Tegen de ochtend weer een stroom gale warnings voor de gebieden waar wij zitten, iedereen trekt een beetje wit weg om de neus, volle kracht vooruit.
In de verte zien we de eerste Schotse heuvels, ik heb nog een vaag plan om door te varen naar Peterhead, maar wordt door getrokken messen van de bemanning tot de realiteit terug geroepen.
En dat is maar goed ook, met een gehuil valt de storm in. Rap de zeilen weggedraaid, motor volle kracht. Eindeloos opboksen tegen de golven met de veilige haven van Aberdeen vlakbij.
We roepen harbour office op en krijgen toestemming binnen te lopen.
Met twee mijl per uur de laatste vier mijl afgelegd, Tezz kruipt op haar tandvlees na 5 dagen Noordzee de drempel over. We meren af naast een Pools en Engels zeilschip.
De havenmeester biedt ons zijn douche aan, smerig hok maar voor ons mooier dan de Thermen Busloo.
Na de douche ga ik mij scheren, holle wangetjes, beetje starende ogen.
Aan boord knalt de kurk van een portfles, proost, we hebben het dan toch maar gedaan.
-
19 Juli 2008 - 15:56
Josée:
Beste bemanning en Gerie,
Geweldig wat een spanning en ontspanning tegelijk. Een beetje heimwee naar die eindeloze zee komt weer langzaam naar boven. Wat goed om te lezen dat de sfeer aan boord zo harmonieus is. Ik ken elk plekje op de boot en weet en voel waar je over schrijft Joost, dus maak ik ook deze tocht een beetje mee, al is het dan achter mijn computer en ver weg...
Het is heerlijk om het te lezen, al je prachtige metaforen en ik weet dat ik het hier en daar met de nodige korrels zout moet nemen.
Ik wens jullie een mooie tocht verder. Maak het maar lekker spannend, maar houd het koppie erbij. Ik kijk uit naar de volgende berichten en ben in gedachten bij jullie, lieve groet voor allen, Josée -
20 Juli 2008 - 14:26
Quinta :
Hoi Tezzen ,
Wat een gewaagde oversteek... niks ,,hoe zachtkens glijdt ons bootje,, maar wildwatervaren geblazen !
Hopelijk zijn de weergoden nu verder wat milder gestemd , zodat jullie op je sloffen het Caledonisch kanaal binnen kunnen varen .En....Joost , die veenwipper komt alleen nog voor tussen de blonde graspluimen in het uiterste puntje van Noord West Oostenrijk , dus André moet iets anders gezien hebben .Veel vaargenot gewenst voor jullie allemaal en ik hang aan de pen . Groet , Quinta . -
20 Juli 2008 - 18:53
Marten En Annette:
We hebben genoten van het geweldig mooi geschreven reisverslag. Een mooie tocht verder en we houden jullie berichten in de gaten. -
22 Juli 2008 - 11:15
Arja:
Hai schipper Joost. Ik lees met veel aandacht en plezier je spannnende reisverslag.Door je beeldende en levendige manier van schrijven voel ik me heel betrokken. Zie het voor me allemaal. Jullie hebben het verdiend om nu een tijdje prettig weer te krijgen met goede wind zodat de verdere tocht voorspoedig zal zijn. Ik blijf jullie volgen, zo'n mooi verhaal, wil het ver-/ afloop niet missen. Warme groet, Arja. -
22 Juli 2008 - 12:48
Kari:
Hallo allemaal!
Wat een avontuur en wat een lef hebben jullie!!
En wat moet het fantastisch zijn met zo'n hecht team.
Ik geniet van het verslag en volg jullie.
Heel veel zeilplezier en lieve groetjes uit Friesland :-)
-
22 Juli 2008 - 17:06
Jook:
Vlakbij Inverness nu...dus bijna in de luwte, als ware het dat Schotland jullie nu veilig in haar moederschoot opneemt. Met enorm respect jullie avonturen gelezen. En...wie toe durft te geven dattie bang is, is pas echt een held...
Pas goed op elkaar en watch out, Nessie, here they come!! -
22 Juli 2008 - 18:22
Harris:
Ha die Joost en verse bemanning,
Zo te lezen valt het allemaal dus nog wel mee. Het blijkt gewoon relaxed een beetje aan hogerwal dobberen terwijl een stuurautomaat het zware werk doet. Stelletje watjes, had je eens in onze tijd moeten komen!
Maar ik wacht met spanning af tot het moment dat Tezz de neus in de Atlantic steekt. Ik wil jullie niet ongerust maken of zo, maar dát zijn nog eens echte golven! En je zit daar natuurlijk zo aan lagerwal. De ervaring leert dat je in dergelijke situaties goed op Joost moet letten en je pas zorgen gaan maken als die steeds maar zijn bemanning loopt na te tellen. Het valt mij trouwens nóg mee dat er niemand met zijn korvijnagel in de wantputting is gekomen of al de knuttels verloor tijdens het opbrassen. Maar goed, Joost kennende, wat niet is kan nog komen…
Ondertussen ben ik toch ook wel een beetje jaloers omdat mijn naam niet voor komt in deel II van dit spannende jongensboek. Mensen, geniet er van en behouden vaart!
Harris (ex-bemanning)
-
22 Juli 2008 - 18:48
Wim, Accordeonist:
Hee Joost, als je net zo banjo gaat spelen als je schrijft, wordt je vast een unicum onder de banjospelers en worden wij als Fratelli net zo voortvarend als de Tezz. Je gaat dan sublieme solo's spelen en onvervalste riedels (reels ) met je melkpakplectrums.
Ik wens jou en je uitstekende bemanning behouden vaart en ik ben blij, dat ik nog vele zeezeilcursussen heb te gaan voordat ik mij aanmeldt als bemanningslid.Ik ben al lezend zeeziek geworden. -
26 Juli 2008 - 15:58
Zuid Zw. Veenwipper:
Hej hej,
Volgens mij hebben jullie het goed naar de zin. Dat is goed om te lezen.
Ik hoop dat jullie nog veel avontuur mogen beleven.
Lieve groeten,
en een puss voor André!
-
13 Augustus 2008 - 09:20
Rianne Ruiter:
He pap,
Leuk om de verhalen te horen over het zeilen!
Bijzonder geschreven.
Ik lees de verhalen hoor en ik mail je even persoonlijk, is toch was persoonlijker :)
Heel veel plezier nog
Kus je dochter.
De wind neemt ten allen tijden, altijd je gedachten met zich mee de zee op..
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley